Onzeker en Onderdanig Gedrag bij Kinderen
Sommige kinderen reageren op spanning, kritiek of sociale situaties door onderdanig, meegaand of stil te worden. Ze willen niets verkeerd doen, vermijden conflicten en passen zich voortdurend aan anderen aan. Niet omdat ze dit leuk vinden, maar omdat ze bang zijn om af te wijzen, boos te maken of ‘lastig’ gevonden te worden.
Achter dit gedrag zit vaak onzekerheid:
“Ben ik wel oké?”
“Wat als ik iets fout doe?”
“Wat als anderen boos worden?”
Als ouder kun je je kind helpen door zijn stem sterker te maken, hem te leren dat zijn mening ertoe doet en door steeds opnieuw ruimte te geven aan zijn binnenwereld. De volgende drie vragen zijn daarbij goud waard:
✨ Wat vind jij ervan?
✨ Hoe voel jij je daarbij?
✨ Wat zou je zelf graag willen?
Waarom kinderen onderdanig gedrag laten zien
Kinderen kiezen deze strategie niet bewust. Het is een manier om zich veilig te voelen.
Veel voorkomende redenen:
-
Ze zijn bang om fouten te maken.
-
Ze willen niemand teleurstellen.
-
Ze voelen de emoties van anderen sterk aan en passen zich daarop aan.
-
Ze hebben moeite met grenzen aangeven.
-
Ze zijn gewend dat anderen voor hen beslissen.
-
Ze denken dat hun gevoel minder belangrijk is dan dat van anderen.
Dit gedrag kan lief, meegaand of behulpzaam lijken, maar op de lange termijn kan een kind zichzelf kwijtraken. Daarom is het zo belangrijk om zijn stem steeds opnieuw naar voren te halen.
Wat kun je als ouder doen?
1. Maak ruimte voor een eigen mening
Kinderen die onzeker zijn, hebben vaak niet geleerd dat hun mening ertoe doet. Door regelmatig te vragen:
-
“Wat vind jij ervan?”
-
“Hoe voel jij je daarbij?”
-
“Wat zou jij graag willen?”
leert je kind dat zijn innerlijke wereld bestaat én waardevol is.
Praktijkvoorbeeld:
Je kind zegt: “Maakt mij niet uit.”
Jij antwoordt:
“Voor mij is jouw mening belangrijk. Wat zou jij kiezen als je even niemand anders hoeft te plezieren?”
2. Help je kind kleine keuzes te oefenen
Zelf kiezen vergroot zelfvertrouwen.
-
Wil je eerst tandenpoetsen of omkleden?
-
Wil je buiten spelen of knutselen?
-
Wil je met deze vriend spelen of even alleen?
Wanneer je kind antwoordt met: “Weet ik niet…”, herhaal dan rustig:
“Oké, dan stel ik het nog eens: wat zou jij fijn vinden?”
3. Benoem en waardeer de gevoelens
Onzekere kinderen twijfelen snel aan hun emoties. Door erkenning te geven, leren ze dat gevoelens veilig zijn.
Voorbeeldzinnen:
-
“Ik zie dat dit spannend voor je is. Hoe voelt dat in je lijf?”
-
“Het is oké dat je dit lastig vindt. Wat zou jij nu nodig hebben?”
4. Oefen met grenzen aangeven
Veel onderdanige kinderen zeggen te snel ‘ja’ op verzoeken.
Oefen thuis de volgende zinnen:
-
“Ik wil er even over nadenken.”
-
“Ik vind dit niet fijn.”
-
“Ik wil het liever anders.”
-
“Nee, dit wil ik niet.”
Geef complimenten wanneer je kind zichzelf laat horen:
“Wat goed dat je zei wat jíj wilde.”
5. Laat je kind ervaren dat fouten maken mag
Onzekere kinderen vermijden risico’s uit angst voor teleurstelling.
Zeg regelmatig:
-
“Je mag fouten maken, dat hoort bij leren.”
-
“Ik ben trots dat je het probeerde.”
Zo bouwt je kind een vriendelijker stem voor zichzelf op.
Wanneer wordt onderdanigheid een signaal om op te letten?
Let op als je kind:
-
nooit durft te kiezen
-
altijd bevestiging zoekt,
-
direct ‘sorry’ zegt, ook als dat niet hoeft,
-
zichzelf kleiner maakt,
-
snel overstuur is als iemand kritiek geeft,
-
bang is om boosheid uit te spreken.
Dan is het extra belangrijk om zijn eigen stem te blijven activeren met jouw drie vragen.
Tot slot: geef zijn stem gewicht
Als ouder ben je de veilige oefenruimte waarin je kind leert dat zijn gedachten en gevoelens ertoe doen.
Blijf dus vragen:
🔹 Wat vind jij ervan?
🔹 Hoe voel jij je daarbij?
🔹 Wat zou je zelf graag willen?
Elke keer dat je dat doet, geef je je kind een stukje eigenheid terug. En precies dát is wat een onzeker kind nodig heeft om te groeien in zelfvertrouwen.